Een verzoek om internationale bescherming wordt gedaan en vervolgens ingediend bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Aan de grens moet het verzoek persoonlijk worden ingediend bij de overheden die belast zijn met de grenscontrole. Op het grondgebied moet het verzoek persoonlijk worden gedaan in het gebouw van de Dienst Vreemdelingenzaken (Pachecolaan 44, 1000 Brussel - Cube), met uitzondering van de opgesloten personen of de personen die op een welbepaalde plaats worden vastgehouden. Vervolgens worden, eventueel met de hulp van een tolk, verschillende administratieve gegevens verzameld, biometrische gegevens afgenomen en de procedurele behoeften van de verzoeker om internationale bescherming geëvalueerd. De taal waarin de procedure verloopt, wordt bepaald wanneer het verzoek wordt ingediend. Bij de DVZ vindt een gehoor plaats.
De Dienst Vreemdelingenzaken bepaalt of België verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming op basis van Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013. Indien België niet verantwoordelijk is, wordt een beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten betekend. Indien België verantwoordelijk is voor het verzoek, wordt het voor onderzoek overgemaakt aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS).
Voor alle administratieve vragen met betrekking tot verblijfsdocumenten, bijlagen, de verlenging van documenten (verblijfskaart, attest van immatriculatie, bijlagen), de inschrijving van kinderen die tijdens de procedure of nadat een status bekomen werd in België geboren zijn, schoolreizen, de opvolging van de beslissingen tot intrekking of opheffing van de internationale beschermingsstatus, enz. wordt de behandeling van de aanvragen en hun opvolging door de DVZ verzekerd.
Zie ook onze FAQ en de websites van de onderstaande instanties: