Met de heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen, ook wel 'krotbelasting' genoemd, wil de Vlaamse overheid de verloedering van de leefomgeving tegengaan. Een gebouw dat ongeschikt- of onbewoonbaar is komt terecht in een inventaris die opgemaakt en beheerd wordt door Wonen-Vlaanderen.
Naast deze belasting kunnen Vlaamse gemeenten ook zelf belastingen heffen en innen om leegstand en verwaarlozing tegen te gaan. De lijst met leegstaande gebouwen kan je opvragen bij de dienst Wonen.
De heffing is verschuldigd als het gebouw of de woning gedurende 12 opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris van ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woningen.
Zolang het gebouw en/of de woning niet is geschrapt uit de inventaris (beheerd door Wonen-Vlaanderen) blijft de heffing, vanaf de datum van de eerste verjaardag, jaarlijks verschuldigd. De belastingplichtige is elke persoon die op het ogenblik van het verstrijken van de eerste periode van 12 maanden na opname van het pand in de inventaris (of een verjaringsdatum ervan) houder is van één van volgende zakelijke rechten:de volle eigendomhet recht van opstal of van erfpachthet vruchtgebruik.
In bepaalde gevallen kunt u van de heffing worden vrijgesteld zoals: wanneer er geen bouwvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid, wanneer het pand getroffen werd door een ramp,... . In bepaalde gevallen kan de krotbelasting worden opgeschort: bij het uitvoeren van renovatiewerken als u een pand aankoopt dat binnen de 2 jaar geschrapt is uit de inventaris of vrijgesteld of geschorst is van heffing.
In het laatste kwartaal dat voorafgaat aan elke verjaardag van inventarisatie stuurt de inventarisbeheerder een brief aan de betrokkenen met daarin:of het pand nog in de inventaris staatde gevolgen van de verjaardag van de inventarisatiede mogelijkheid tot schrapping. Wanneer een heffing verschuldigd is, zal een aanslagbiljet worden verstuurd.
Bij verkoop van het belaste pand, moet de notaris of een van de partijen, een door beide partijen ondertekend formulier indienen. Dat formulier moet uiterlijk 7 dagen na de overdracht van het zakelijk recht aan de inventarisbeheerder en de Vlaamse Belastingdienst bezorgd worden. Wordt deze procedure niet gevolgd, dan blijft de verkoper als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende heffing na de overdracht van het zakelijk recht ontstaat.
De heffing wordt berekend op basis van hetgeïndexeerd kadastraal inkomen van het onroerend goed en stijgt evenredig met het aantal jaren dat het pand op de inventaris blijft staan.
De gewestelijke heffing voor woningen die ongeschikt of onbewoonbaar zijn verklaard wordt stopgezet in de gemeenten die zelf een heffing hebben ingevoerd, op voorwaarde dat die heffing minstens één van de decretaal vastgestelde minimumbedragen respecteert:
500 euro voor een kamer
990 euro voor elke andere woning.
71 steden en gemeenten in Vlaanderen hebben een eigen heffing op ongeschikt- en onbewoonbaarheid.